Maar toen ik met 18 jaar op mijzelf ging wonen kwam ik er snel achter hoe waardevol dat geweest was. Zo dacht ik dat ik niet kon koken want alles wat ik maakte had bijna geen smaak. Ik moest er veel extra’s aan toevoegen om nog een beetje een lekker hapje te krijgen en alles smaakte hetzelfde. Wat deed mijn moeder dan anders?
Op een dag kreeg ik van mijn moeder een portie verse doperwtjes van het land. En daar viel het kwartje voor mij. De doperwtjes uit de winkel hadden veel minder smaak. En als dat er niet in zit, kun je het er ook niet in krijgen. Ik raakte in de loop der jaren steeds meer geïnteresseerd in puur voedsel, en het contrast met wat ik in de supermarkt kon kopen. Wanneer ik iets zelf maakte met pure ingrediënten smaakte het veel beter, ik voelde mij veel beter want mijn lichaam snapte de link tussen puur eten en echte voeding heel goed. En ik merkte dat ik steeds een gevoel van trots en blijheid had wanneer ik iets zelf gemaakt had. Een soort oergevoel. Daar wilde ik meer van!